It geitsje en de ychelbaerch

jaarsmaVan de moeder van m’n vriendin kreeg ik een heel oud knipseltje van ca. 1952. Haar vader had het ooit uitgeknipt en zelf heeft ze het op de lagere school voorgedragen. Op het knipseltje een Fries gedichtje van Dam Jaarsma met een knipprint van Gretha Zijl.

De vertaling luidt als volgt:

Het geitje en de egel

Een geitje en een grote geit
met velletjes wit of had het gesneeuwd
die hadden in het groene land
plezier als de mus in het zand

Daar kwam een egel aan
die zie tegen het geitenpaar: goedemorgen
het geitje dacht: wat voor beest is dat
het heeft wel iets van een rat

Ik kan mooi spelen met jou, maat
toen kwam het brutaalweg dichterbij
De egel rolde zich op
en het geitje lachte zich bijna slap

Al riep zijn moeder: Blijf van hem af!
Voor moeders woord was het geitje doof
Ik wil het even rollen met de bek
Maar meteen was het: mek, mek, mek…

O, o, wat deed dat beest hem zeer
Het stak hem in de neus en in het oor
had het geitje gehoord naar moeders raad
dan had het nu niet zo’n groot verdriet!